De werking van de EU is voor buitenstaanders niet eenvoudig. Simpel gezegd komt het erop neer dat de EU eigenlijk geen regering heeft, maar dat de beslissingen worden genomen door de ministers en regeringsleiders van de lidstaten, in periodiek, gezamenlijk overleg. Hun beslissingen worden aan de nationale parlementen voorgelegd. Het is een beetje alsof Nederland bestuurd zou worden door politici uit de Colleges van Gedeputeerde Staten en de Commissarissen van de Koning die af en toe bij elkaar zouden komen in Den Haag om samen knopen door te hakken. En dat er weliswaar een Tweede Kamer zou zijn, maar dat die niet een regering naar huis zou kunnen sturen, omdat er op nationaal niveau geen permanente regering zou zijn. De Europese Commissie (EC) is een instelling die onder meer de EU-begroting beheert, nieuw beleid voorbereidt en toezicht houdt op de naleving van staand beleid; een soort dagelijks bestuur van de EU. De EC heeft dus geen formele regeringsmacht. Het Europees Parlement (EP) heeft een wetgevende taak, samen met de EC en de Raad van de Europese Unie: de ministers van de lidstaten. De Raad heeft dus wél Europese regeringsmacht, maar kan niet door het Europarlement worden afgezet.
Toen Ursula von der Leyen zich verkiesbaar stelde om Jean-Claude Juncker op te volgen als voorzitter van de Europese Commissie, bracht ze een document naar buiten met daarin haar intenties. Von der Leyen is onder meer door Europarlementariërs verkozen op basis van dit programma, en daarin staat bij punt 6 dat Europese burgers deel moeten nemen aan een conferentie over de toekomst van Europa, die bij elkaar twee jaar moet duren. Ondertussen is het Europees Parlement aan de slag gegaan met een voorstel voor hoe die conferentie er in hún ogen uit zou moeten zien. Vervolgens reageert de Europese Commissie daar weer op, maar zijn het de ministers/regeringsleiders uit de lidstaten die het eens moeten worden over een gezamenlijk plan. Er is dus sprake van een zogenaamde 'trialoog' tussen EP, EC en Raad. Alleen de nationale parlementen kunnen uiteindelijk beslissen, althans: ze kunnen ja of nee zeggen op de overeenkomst van de Raad. Tot zover even wat inleiding, die meteen ook laat zien hoe ingewikkeld het bestuur van de Europese statenbond in elkaar zit.
Op het moment van schrijven ligt het voorstel van de EC bij de Raad ('Council'); de ministers/regeringsleiders uit de lidstaten moeten er dus gezamenlijk op reageren en eventueel met een beter alternatief komen. Op de website van Transforming Europe worden de voorstellen van het EP en de EC geanalyseerd en bekritiseerd. Hieronder worden belangrijke kritiekpunten van Transforming Europe samengevat en op een rij gezet.
Twee kernproblemen doemen op:
- Zullen, zoals het EP wil, gelote burgers een doorslaggevende stem hebben in het opstellen van de voorstellen?
- Zullen het EP, de EC en de Raad de voorstellen van deze gelote burgers onverkort overnemen?
Meer specifiek speelt het volgende.
- Het Europarlement heeft, bij wijze van voorstel, al een lijst met zeven onderwerpen opgesteld. Aan deze lijst kunnen andere onderwerpen worden toegevoegd, maar het is onduidelijk hoe gelote burgers in onderling overleg onderwerpen kunnen toevoegen; een procedure hiervoor ontbreekt.
- Het Europarlement heeft weliswaar al verklaard dat ze de voorstellen van de gelote burgers zullen overnemen. Maar alleen als ook de EC en de Raad dit doen, is er zekerheid dat burgervoorstellen zullen worden overgenomen.
- De EC heeft inmiddels al een eigen voorstel over de conferentie gepubliceerd. Dit is helaas echter veel minder specifiek dan dat van het parlement. Gelote burgers en deliberatieve processen komen er nog maar weinig in voor.
- De thematische burgerpanels (agora's) zouden moeten worden aangestuurd door gespecialiseerde, onafhankelijke begeleiders; niet door EU-instellingen.
- Om meer mensen bij de conferentie te betrekken en er meer aandacht voor te krijgen, zou de conferentie nationale voorloopsessies moeten krijgen die ongeveer een half jaar in beslag zouden nemen.
- Na de nationale fase zou de eerste Europese fase ook een half jaar moeten duren. De Europese, thematische burgerpanels zouden veel vaker dan de nu geplande twee keer bij elkaar moeten komen. Pas daarna zou de eerste uitwisseling met vertegenwoordigers van de diverse EU-instellingen (EP, EC en Raad) en van nationale parlementen, de zogenoemde "Conference Plenary", de algemene bijeenkomst, moeten plaatsvinden, in mei 2021. Die vertegenwoordigers bestuderen de voorstellen van de thematische burgerpanels en smeden ze om naar deugdelijke wetsvoorstellen.
- De kern van het werk zou echter bij de thematische burgerpanels moeten plaatsvinden; de burgerpanels moeten niet slechts de leveranciers van vrijblijvende input voor de vertegenwoordigers van de instellingen zijn. Het gevaar is groot dat de burgerpanels en de instelllingsvertegenwoordigers langs elkaar heen gaan werken.
- Het is een optie om niet op nationaal niveau over de uiteindelijke voorstellen te beslissen, maar om ze op één dag aan de gehele bevolking voor te leggen middels een EU-breed referendum. Volgens de huidige wetgeving is een Europees bindend referendum geen mogelijkheid. Wel zouden de EU-instellingen vooraf kunnen afspreken om de voorstellen overkort over te nemen als de Europese kiezers zich in een raadgevend referendum voor de voorstellen zouden uitspreken.
Bron: Towards The Conference On The Future Of The EU, Transforming Europe
Zie ook: Europees Parlement wil gelote burgers bij conferentie over toekomst EU (deze site)